De Centrale Werkplaats te Kessel-Lo werd door de maatschappij Grand Central Belge opgetrokken in het derde kwart van de 19de eeuw. Vandaag zijn de voormalige opstelwerf (hal 4), de draaierij (hal 5) en de tussengebouwen tussen deze hallen (hal A en B), de voormalige smederij en een reeks kleinere ateliers tegen de zuidmuur van de site bewaard gebleven.  Het huidige beeld van hallen 4 en 5 stemt in grote lijnen overeen met dit uit het eind van de 19de eeuw:  de gebouwvolumes zijn intact bewaard gebleven. In de loop der jaren zijn, in functie van het wijzigende gebruik van de hallen, aanpassingen uitgevoerd aan de gebouwen waarbij het gebruik als industrieel gebouw primeerde op de esthetiek.

De voorstudie van hallen 4, 5 en tussengebouwen omvatte een beperkte bouwhistorische studie o.b.v. literatuur en archiefonderzoek, een analyse van de gebouwtypologie a.d.h.v. referentievoorbeelden, opmaak van een inventaris en diagnosenota, opmeting van de gebouwen en een stabiliteitsonderzoek.  Dit resulteerde in een waardestelling met opgave van de architecturale en architectuurhistorische waardevolle elementen. Deze synthese vormt de aanzet tot de te definiëren restauratie-opties i.f.v. de herbestemming van de gebouwen. I.f.v. het behoud van het gebouw, werden in de voorstudie ook een aantal dringende instandhoudingswerken opgegeven.

De dringende instandhoudingwerken die werden uitgevoerd betreffen werken aan de daken en het vandaalbestendig afsluiten van de gebouwen. Bij uitvoering besliste de opdrachtgever om hal 5 en de tussenhallen A en B tijdelijk in gebruik te nemen. Daarom werden de raamafkastingen deels doorzichtig, met een transparante golfplaat, uitgevoerd en werden vluchtdeuren voorzien.