Het ontwerp voor dit overdekte zwembad is tussen 1923 en 1926 opgemaakt door medewerkers van de Technische Dienst van de Stad Brugge. Karakteristiek is de historiserende gevelopbouw met trapgevel voor de conciërgewoning en een gelede architectuur met steunberen en luchtbogen voor het zwembad.
De zwembadhal, gesitueerd op de bel-etage en ten opzichte van de buitenruimte besloten opgesteld, is basilicaal van opzet: de vier ‘zijbeuken’ rondom het zwembad, met 94 kleedcabines en 4 doucheruimtes in de hoeken, worden door zuilen met entablement van het zwembad met hoog gewelf gescheiden. Het overvloedig daglicht via de Palladiaanse bovenlichten in het gewelf, de warme kleur van de wanden, plafond en gewelf, het ritme van de zuilen, het functionele bovenlicht boven de kleedcabines, het waterpeil lager dan de kades, de kuip met boordstenen in blauwe hardsteen en faïence geplaatst volgens tapijtvelden bepalen de kwaliteit van de ruimte.
Deze moderne interbellumarchitectuur toegepast in het interieur contrasteert met de historiserende traditionele architectuur van het exterieur.

MAAT_WERK architecten maakte het beheersplan van het zwembad op.