Brouwershuis

Ligging: Antwerpen
Opdrachtgever: stad Antwerpen
Materiaaltechnisch vooronderzoek: Studiebureau Lode De Clercq
Bouwhistorisch vooronderzoek: Petra Maclot
Stabiliteitstechnisch vooronderzoek: Triconsult
Restauratiedossier: in uitvoering

Dit industriële gebouw werd in 1552 opgericht als waterhuis om Antwerpen van drinkbaar water te voorzien. Het werd in 1562 uitgebreid met een molenaarswoning. In oorsprong bestond het uit een immense ondergrondse kelder, gevoed via een inlaatsluis (of monnik) met water van de Herentalse vaart. Via een spuisluis kon bij laag water het water gespuid worden in de Brouwersvliet. Een rosmolen dreef een noria met ophaalbakken aan. Het water werd op deze wijze van het lage reservoir naar het hoge openluchtreservoir gepompt. Van hieruit werd het drinkwater met een loden leidingennetwerk verder verdeeld naar brouwerijen en naar een aftappunt in de gevel voor ambulante waterbevoorrading.
In 1856 werd de installatie aangepast en vergroot. Een tweede verhoogd reservoir werd aan de zijde van de Brouwersvliet voorzien. Het werd gevoed door gietijzeren pompen. De waterproductie verdubbelde in omvang.

De raadzaal boven het verhoogd reservoir bevat een authentiek burgerlijk 17de-eeuws interieur met goudlederbehang. Henri De Braekeleer maakte dit interieur wijd bekend met zijn schilderij ‘De man in de stoel’, eerst tentoongesteld als ‘Zaal in het Brouwershuis’.

Het revalorisatieproject omvat het opnieuw functioneel in werking stellen van het waterhuis (rosmolen, pompen en waterreservoirs) als levend museum.