Parkabdij, westvleugel convent
Ligging: Leuven (Heverlee)
Opdrachtgever: vzw Abdij van ’t Park en Vereniging van Vlaamse Norbertijnenabdijen
Project in samenwerking met Piet Stevens (opdrachthouder)
Materiaaltechnisch vooronderzoek: AM Consult, Johan Grootaers en Charles Indekeu
Stabiliteitstechnisch vooronderzoek: Triconsult
Vooronderzoek glasramen: Carola Van den Wijngaert
Vooronderzoek roodschildering: Sarah Desmet
Ontwerpstudie: 2010-2012
De westvleugel van de abdij werd initieel opgetrokken in de 15de eeuw. In de 17de eeuw werd de westvleugel aan de oostzijde uitgebreid met een nieuwe pandgang. Boven de pandgang werden zolderkamers gebouwd. Het oostelijk dakvlak van de westvleugel werd hierbij verlegd.
Anno 1679 werd door J.C. Hansche een plafond in hoog-reliëf stucwerk aangebracht tegen de 15de-eeuwse balklaag van de eerste salon op de gelijkvloerse verdieping. In de laatbarok, tussen 1724 en 1730, volgden belangrijke verbouwingen aan de gevels en het interieur; de dakvolumes bleven toen nagenoeg ongewijzigd. Circa 1900 werd het claustrum gerestaureerd waarbij ook in het interieur van de westvleugel belangrijke wijzigingen aan de stoffering werden uitgevoerd. Het plaatsen van centrale verwarming in het claustrum en het voorzien van sanitair op de eerste verdieping van de westvleugel gebeurde in de eerste helft van de 20ste eeuw. De inrichting van de salons op de begane grond werd door conservator Jan Crab in de periode 1960-1973 gewijzigd. De restauratie van de vierde salon werd uitgevoerd in 1993 o.l.v. ir.architect Lucas Van Herck.
De laatbarokke periode, de laatste grote bloeiperiode van de abdij, was het uitgangspunt bij restauratie en de herinrichting van deze vleugel tot museumruimten van Parcum (het dialoogmuseum voor religie, kunst en cultuur).