Rubens’ portiek en paviljoen

Ligging: Antwerpen
Opdrachtgever: stad Antwerpen
Project in samenwerking met studiebureau Lode De Clercq en Ney + Partners
Wetenschappelijk en materiaaltechnisch vooronderzoek: KIK, TUDelft en TNO
Restauratie: 2017-2019

Portiek en tuinpaviljoen zijn in het Rubenshuis te Antwerpen visueel overweldigend aanwezig. Ze liggen op de barokke zichtas vanuit de hoofdingang. Ze worden aan P.P. Rubens als ontwerper toegeschreven en getuigen van Rubens’ rijk architecturaal vocabularium, zijn humanisme en zijn klassieke kennis. Het zijn tevens de enige resterende architecturale interventies van Rubens. Gezien de uitzonderlijke waarde worden ze door het museum als collectiestukken beschouwd en was materieel behoud primordiaal. De ontwikkelde conservatievisie ging dan ook in navolging van het Charter van Venetië uit van het maximale behoud van materiaal en betekenis van het kunstwerk met respect voor zijn historische gelaagdheid. Het historisch pakket van afwerkingslagen is echter uiterst beperkt en zeer fragmentair aanwezig, waardoor het niet mogelijk is het oorspronkelijke kleur- en afwerkingspallet volledig waarheidsgetrouw te beschrijven.

Vandaag is het beeld van portiek en paviljoen verschillend van dat wat Rubens heeft gecreëerd en zijn vriendenkring en cliënteel hebben aanschouwd. De portiek wordt zonder geschilderde afwerking met lege beeldnissen en nieuwe bronzen beelden gepresenteerd, de achterzijde van de portiek werd met natuursteen afgewerkt. Het paviljoen heeft een strakke, witte en dik aangebrachte pleister. De marmer- en goudimitatieafwerking van de beelden en de accentschildering van de achtergrond in het paviljoen is weggenomen. Ook de context, met name de Vlaamse en Italiaanse vleugel en de tuin, is gewijzigd. In de tijdspanne 1939-46 werden de gevels van de Vlaamse vleugel in traditionele stijl en van de Italiaanse vleugel met halfverheven beeldhouwwerk gereconstrueerd.

De portiek is in essentie een architecturale, gebeeldhouwde wand met referentie naar een triomfboog. Het paviljoen op het einde van de zichtas is met het Herculesbeeld het sluitstuk van het iconografisch programma. Ook al is dit iconografische programma niet meer volledig intact, toch is het essentieel in de narratieve beleving van de buitenruimte van het Rubenshuis. De waarneming van het halfverheven beeldhouwwerk en de architectuur van portiek en paviljoen is essentieel om, samen met de mythologische goden opgesteld op de balustrade van de portiek en in het paviljoen, het iconografisch verhaal te begrijpen.
Bij gebrek aan relevante informatie over de 17de-eeuwse afwerking, op basis van de hedendaagse gebouwde context en omwille van de aanwezige lacunes in de architectuur is het behoud van de natuursteenpresentatie van de portiek verdedigbaar. Ondanks schilfering, opstuwing en verpoedering van de witte steen is de leesbaarheid van de architectuur nog goed te noemen. Bij restauratie worden dan ook enkel zuiver conserverende en consoliderende maatregelen uitgevoerd, zonder verder te raken aan de 17de-eeuwse materie.
Behoud in situ van de portiek veronderstelt een bescherming tegen weersinvloeden. De voorstudie van 2010 wijst uit dat de gipscontaminatie geen specifieke maatregelen vereist indien vochtbelasting van de portiek wordt voorkomen. De aangebrachte glazen vlinderluifel dient dit barok topstuk in de toekomst te beschermen.

Ook voor het tuinpaviljoen wordt gekozen voor het behoud van het laatste voorkomen. Dit  stemt goed overeen met het 17de-eeuwse ontwerp en integreert naadloos in de gebouwde context van 1946. De problemen van de natuursteen zijn dezelfde als bij de portiek. De conservatie-ingrepen zijn dan ook gelijkaardig. Het voorkomen van de portiek wordt met het aanbrengen van een flinterdunne pleister naar 17de-eeuws beeld hernomen. Het hernemen van de oranje-rode afwerking op de guirlande versterkt het Herculesbeeld als kern van het iconografisch programma.

De conservatie wordt omwille van het uitgebreide onderzoek bij voorbereiding en uitvoering van de restauratie en de intense samenwerking tussen onderzoeker, ontwerper en uitvoerder exemplarisch genoemd.

Het project werd bekroond met de Europa Nostra Award 2020.